GRIJZE BAGGER

Woonboten en bagger horen bij elkaar. Met ‘woonboten’ bedoel ik dan met name de woonarken en de woonschepen die niet varen, dus de ‘drijvende bouwwerken’. Wie drijvend woont in een rivier, kanaal, vaart, gracht, tocht, sloot of singel, woont juridisch in een watergang. En in een watergang is sprake van zich ophopende bagger. Dat is een onvermijdelijk natuurlijk proces. Afhankelijk van de situatie ter plaatse, groeit de laag bagger één tot drie centimeter per jaar. Daarom is grofweg eens in de tien jaar onderhoud nodig in de watergang, maar dat gebeurt niet altijd op tijd. Want er zijn veel watergangen en op tijd baggeren kost veel geld. Daarom worden er prioriteiten gesteld.

Barry Meruma

Mr. Barry Meruma - Advocaat | Directeur HABITAT advocaten

Bagger is het slib dat ontstaat doordat plantenresten, bodemmateriaal en bladeren zich vastzetten op de bodem van een watergang. Om ervoor te zorgen dat het scheepvaartverkeer of de doorstroomcapaciteit voor het afvoeren van water niet gehinderd wordt, hebben watergangen onderhoud nodig. Maar baggeren kan ook andere doelen dienen, zoals ecologische, waarbij bijvoorbeeld verontreinigingen worden weggehaald of het zuurstofgehalte van het water verbeterd
wordt.

OMGEVINGSWET
De waterschappen zijn sinds de invoering van de Omgevingswet op lokaal bestuurlijk niveau verantwoordelijk voor de uitvoering van de Waterschapsverordening, de vroegere Keur. Deze verordening staat vol met regels over waterveiligheid, waterkwantiteit zoals waterberging en doorstroming, en waterkwaliteit.
In artikel 2.39 van de Omgevingswet is voor waterschappen de verplichting van een ‘legger’ (een openbaar register) opgenomen, in het artikel staat wie verantwoordelijk is voor het baggeronderhoud, en het onderhouds- ofwel ‘leggerprofel’ van belangrijke watergangen is erin vastgelegd.

ONDERHOUDS- EN ONTVANGSTVERPLICHTING
De eigenaar van een belangrijke watergang is in de legger aangewezen als de onderhoudsplichtige. In overige gevallen is de eigenaar van de aangrenzende oever de onderhoudsplichtige. Verder is in de Omgevingswet geregeld dat de rechthebbende van het aangrenzende perceel een wettelijk geregelde ontvangstverplichting heeft voor de uitgenomen onderhoudsbagger en plantengroei.1 Dat is goed te zien in agrarische gebieden waar het ‘sloten’ (uitdiepen) een jaarlijks terugkerende activiteit is en waarbij het bagger- en plantenmateriaal op de oevers wordt afgezet.
De ontvangstverplichting geldt ook in stedelijke gebieden. Zo kan het voorkomen dat een gemeente als aangrenzende perceeleigenaar onderhoudsbagger moet ontvangen van een waterbodemeigenaar, maar dat daarvoor ter plaatse geen gemeentelijke oever bruikbaar is. De gemeente moet dan als ontvangstplichtige samen met de waterbodemeigenaar een oplossing regelen voor de afvoer van de bagger naar elders.

BODEMVRIJHEID
Na deze introductie snel terug naar onze woonboten. De belangrijkste regel is dat de watergang onder een woonboot door moet kunnen stromen. Ligt een woonboot permanent vast op de bodem, dan is er in feite sprake van een obstakel, te vergelijken met een gedeeltelijke demping van de watergang: de doorstroming is op die plaats onmogelijk geworden.

Daarom is in de Waterschapsverordening geregeld dat onder een woonboot minimaal 0,30 meter bodemvrijheid moet worden onderhouden. Het is een voorwaarde om met de woonboot een ligplaats in te mogen nemen in de watergang.

Maar niet zo zwart-wit – ‘grijze bagger’ – wordt het als er sprake is van achterstallig baggeronderhoud in de watergang als geheel: daarvoor is de woonbooteigenaar niet verantwoordelijk. Bovendien zal onderhoudsbaggerwerk door een individuele woonbooteigenaar niet veel zin hebben als anderen in een rijtje woonboten en/of de watergangeigenaar dat niet ook doen. De ontstane ruimte onder een woonboot slibt dan vaak snel weer dicht. Samenwerken om de watergang en het drijvend wonen op orde te houden, is dan de enige oplossing.

VERVANGING
Helemaal vervelend kan het worden bij vervanging van een woonboot, als de vervanging letterlijk vastloopt in de bagger. Het is een voor de hand liggende tip om vooraf goed te (laten) onderzoeken of de oude woonboot of ark normaal kan worden weggesleept en een nieuw exemplaar de ligplaats kan bereiken. Zo niet, dan is op tijd contact met de onderhoudsplichtige nodig.

LICHTPUNTJE
Wanneer de onderhoudsbagger ter plaatse blijft, onder water of op de aangrenzende oever, heeft de onderhoudsplichtige of de woonbooteigenaar voor het onderhoudsbaggerwerk geen omgevingsvergunning nodig, mits niet dieper wordt gebaggerd dan in het leggerprofel als norm is gesteld.2 Als de waterbodem onder de kwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’ valt, moet wel een werkinstructie (specifeke zorgplicht) worden gemaakt, die vooraf op tijd aan het waterschap moet worden gestuurd (informatieplicht), omdat dan risico’s voor mens en milieu aan de orde kunnen zijn.3 Let op dat elk waterschap een eigen waterschapsverordening heeft vastgesteld – er is dus landelijk geen sprake van uniforme regels.
Meestal zal een gespecialiseerd bedrijf het onderhoudsbaggerwerk onder de woonboot goed kunnen uitvoeren als de opgehoopte bagger zo voorzichtig mogelijk naar een dieper gedeelte van de watergang kan worden verplaatst.
Wordt de bagger afgevoerd naar elders voor hergebruik of stort, dan moet de uitgenomen partij bagger een milieukeuring krijgen. Er geldt dan een hele sloot aan regels – laten we díé maar níét verder uit gaan diepen...

1 Artikel 10.3, lid 1, Omgevingswet
2 Zie artikel 3.48j, lid 5, sup b., Besluit activiteiten leefomgeving (BAL) en bijvoorbeeld artikel 2.40, lid 1, sub p., Waterschapsverordening Amstel, Gooi en Vecht (AGV)
3 Zie bijvoorbeeld artikel 3.75 en 3.76, Waterschapsverordening AGV

VLOT magazine

Als woonbootadvocaat schrijft Barry Meruma regelmatig juridische artikelen voor het woonboten magazine VLOT.