WIL IK DIT…?

Barry Meruma

Mr. Barry Meruma - Advocaat | Directeur HABITAT advocaten

Onze dagelijkse praktijk is mensenwerk en gaat in civielrechtelijke kwesties vrijwel altijd over afspraken tussen mensen of tussen mensen en organisaties.

Om het maken van en werken met gemaakte afspraken in goede banen te leiden, is er het Burgerlijk Wetboek. Maar met wetgeving is niet elke situatie klip en klaar te regelen. De burgerlijke rechter is er om de wetgeving op een redelijke manier te laten functioneren. De rechter hakt juridische knopen door aan de hand van de aangedragen feitelijke omstandigheden van de zaak. De doorgehakte knopen vind je dan weer terug in rechterlijke uitspraken.

VERTALING

Om het recht toegankelijk te maken, worden uitspraken in de rechtspraktijk door gespecialiseerde juristen voorzien van commentaar in annotaties en een stroom literatuur. Dit materiaal is een vertrekpunt voor het oplossen van nieuwe kwesties. Veel jurisprudentie is ‘vaste rechtspraak’ geworden, maar de specifieke omstandigheden van het geval, veranderende inzichten in de rechtspraktijk en maatschappelijke ontwikkelingen maken dat advocaten en rechters telkens weer een vertaling moeten maken van het geldende recht naar een redelijke uitkomst. Wat dan redelijk is, is natuurlijk vaak de discussie. De rechter heeft uiteindelijk het laatste woord, en dat is een groot goed.

OVEREENKOMST

Het proces van afspraken maken werkt toe naar een ‘overeenkomst’, waaraan beide partijen gebonden zijn – ze kunnen elkaar eraan houden. Dat laatste gaat veel gemakkelijker als de overeenkomst schriftelijk is vastgelegd en is ondertekend. Bij het maken van afspraken, meestal in een proces van onderhandelingen, rijst voortdurend de vraag: wil ik dit? Bij een overeenkomst, het woord zegt het al, hebben beide partijen uiteindelijk gezamenlijk de wil om – bijvoorbeeld – een woonboot te (ver)kopen. Is die wilsovereenstemming bij beide partijen (nog) niet helemaal aanwezig, dan is er nog geen overeenkomst ontstaan. Neem het formuleren van voorwaarden voor het (ver)kopen van een woonboot. Als bij koper én verkoper het licht uiteindelijk op groen staat, kan de koopovereenkomst worden ondertekend en kan de fles bubbels open. De afspraken zijn dan bewijsbaar vastgelegd. De ondertekening is dus de officiële afsluiting van het proces van afspraken maken en geldt daarna als het geldende recht tussen de partijen. Tot zover is het in de basis eenvoudig. Maar met de (ver)koop van woonboten is iets bijzonders aan de hand. Om dat uit te leggen, ga ik eerst een stapje terug.

OVEREENKOMST ZONDER SCHRIFTELIJKE VASTLEGGING

Een koopovereenkomst kan volgens de wet ook zonder schriftelijke overeenkomst tot stand komen. Dat is aan de orde als er sprake is van de (ver)koop van een roerende zaak, bijvoorbeeld het (ver)kopen van een fiets. Zegt de koper ‘Oké, ik neem hem’ tegen de verkoper, dan is daarmee juridisch de benodigde wilsovereenstemming bereikt, moet de koper de afgesproken prijs betalen en moet de verkoper de fiets op het afgesproken moment afgeven. Dat kan snel gaan op een hoek van de straat. Een woonboot is volgens de wet óók een roerende zaak en kan dus ook mondeling worden gekocht en verkocht als er wederzijds sprake is van wilsovereenstemming. Ook dat kan tussen twee vrienden snel gaan bij een gezellig biertje op een terras, met een betaling via mobiel bankieren en het overhandigen van de sleutels. Maar zo werkt het in de praktijk natuurlijk meestal niet als verkoper en potentiële koper met elkaar in contact komen via een aanbieding op internet, met eventuele betrokkenheid van een makelaar en een koopprijs van tonnen. Die situatie lijkt sterk op de aankoop van een woning, waarvoor in de wet is geregeld dat eerst een koopovereenkomst moet worden gesloten en de levering van de woning via de notaris moet plaatsvinden. Een woonboot kopen is vrijwel altijd ingewikkeld, vanwege de vele vragen die kunnen bestaan over de staat van de woonboot, de ligplaats met toebehoren, benodigde overheidstoestemmingen en eventueel benodigde toestemming van de grondeigenaar. Toch zien we in onze praktijk met enige regelmaat dat (ver)kopers een beroep doen op het tussentijds ontstaan van een mondelinge koopovereenkomst om de ondertekening van de definitieve koopovereenkomst af te dwingen bij de andere partij, die nog niet de status van ‘Ja, ik wil’ heeft bereikt.

ADVIES

Mijn advies: voorkom dit ‘gedoe’ en maak bij het eerste contact de afspraak dat er pas overeenstemming is met de ondertekening van de koopovereenkomst. Aan makelaars is een rol weggelegd om te bevorderen dat zo’n procesafspraak wordt vastgelegd. Een e-mailtje over en weer volstaat.

VLOT magazine

Als woonbootadvocaat schrijft Barry Meruma regelmatig juridische artikelen voor het woonboten magazine VLOT.